In de Weverstraat op nr.4, aan de rechterzijde van het steegje, heeft de familie Heister gewoond. Het huis kenmerkt zich aan de vier ramen op de eerste verdieping. Deze familie heeft een onderduikplek beschikbaar gesteld voor de familie Rosenberg, dit was een joodse familie.
De familie Rosenberg heeft hier twee jaar en twee maanden ondergedoken gezeten in enkele kamers. Niet alleen de familie Heister hielp met onderduiken maar ook de familie Wezendonk en de familie Mulder hielpen de familie Rosenberg door middel van het brengen van distributiebonnen en eten.
De familie Rosenberg bestond uit Joseph Rosenberg, Frederika Rosenberg met hun dochter Betty Laron Rosenberg. Alle drie hebben zij de oorlog overleefd.
J. Kruis-Heister heeft een kort dagboek bij gehouden. Hieronder volgt een fragment uit het dagboek:
Maandag nacht 12.00 uur:
“12 uur kwam vader mij wekken. Ik was de enigste die in bed sliep. De verdere familie lag in de kelder. Ik moest hieruit. Het schieten was duidelijk te horen. Zo zaten wij dan te wachten. Af en toe kwamen Vader en Mevrouw Rosenberg ons een beetje gezelschap houden. Zo sukkelden wij langzaam in slaap. Tegen een uur of 3 werden we opgeschrikt door een vreselijke slag, gevolgd door gerinkel van glas en dakpannen. Het was of ons huis ineenstortte. Vader en de heer Rosenberg, die in de kamer waren, zaten onder ’t glas. In de voorkamer de ruiten kapot, de ruit op de tussenkamer lag gedeeltelijk op mijn bed en de andere helft met hout en lood lag in de kamer, de keukenruit kapot. De buitendeur stond wijt open, daar was een grote straatsteen tegenaan gevlogen, het slot totaal vernield en over de hele lengte een stuk uit de deur. Verder nog een groot gat in het dak waardoor het water naar binnen stroomde. Het was gewoon een ruïne. Op straat was alles glas- en pannenscherven. In de gehele stad was schade. Wij zijn onmiddellijk begonnen met glas te ruimen. Het kruispunt bij van Swaay was niet meer te zien. Dat was een diep gat. De omliggende woningen waren totaal vernield. Om een uur of zes hoorden we opeens de mensen roepen: ‘Daar komen de Tommie’s. Daar komen ze!” Alle mensen kwamen aanlopen. We konden onze ogen haast niet geloven. Daar kwamen langzaam één voor één soldaten langs dat gat gestapt. Alle mensen renden naar de hoek. En jawel hoor, het waren Canadezen. De mensen juichten en zwaaiden hen toe.’
Dit is een stuk behang waar de familie Rosenberg op heeft bijgehouden hoelang zij ondergedoken zaten.
Het deportatiebevel waarop de namen van de familie Rosenberg met geel zijn aangegeven.
Huis Sevenaer
Na periodes van herstel en verval en van eigenaar te zijn gewisseld komt huis Sevenaer in 1785 in bezit van de familie van Nispen. In 1947 vraagt Lodewijk van Nispen van Sevenaer zijn neef Huub van Nispen om het beheer over te nemen.
Er is veel werk te verrichten: de oorlog heeft veel schade teweeggebracht en de hele keukeninhoud is in de oorlog door de Duitsers in beslag genomen.
Het huis is nu het middelpunt van een biologische boerderij waar door veel vrijwilligers werk wordt verricht.
Comments